Ze meldt zich na een Theaterdag omdat ze geen idee meer heeft wat ze zelf wil. Ze is aan het overleven in plaats van leven. Doordenderen. Gaan. Als zij het niet doet doet niemand het; ze móét wel. Ze beschrijft hoe negatief ze naar zichzelf kijkt, benoemt vage rugklachten die steeds maar weer terugkomen en ze heeft een fors overgewicht. En ze vertelt dat ze nooit, maar dan ook echt nooit, boos wordt. Ze voelt het soms wel even, heel diep van binnen, maar ze uit het nooit. Van vroeger en huis uit heeft zij geleerd dat boosheid een slechte eigenschap is en dat woede er vooral niet mag zijn, laat staan geuit mag worden.
De afgelopen jaren heeft ze de nodige ‘verliezen’ geleden. Ernstige dingen die vragen om stilstaan. Bij wat er is en wat ze voelt. Alles. Ook verdriet, ook angst en vooral ook: boosheid. Rouwen dus. Of liever gezegd: Rauwen.
‘Rauwen’ doe je niet alleen als bijvoorbeeld iemand overlijdt. In iedere situatie die zorgt voor een ingrijpende verandering, of knik, in je leven, zou je een (mini) rauw-proces kunnen doorlopen. Denk aan het verliezen van je baan, het einde van een relatie, kinderen die uit huis gaan. Grote dingen. Dingen die maken dat je leven vanaf dat moment anders wordt. Verdriet is een hele duidelijke, logische en herkenbare fase. Niemand vindt het raar als je huilt op een begrafenis of als de kinderen op kamers gaan. Hetzelfde geldt voor angst. Ook die mag er vaak ‘gewoon’ zijn. Wat helaas nogal eens overgeslagen of vergeten wordt, is boosheid. Woede. Uiteindelijk komt er vást ook berusting of acceptatie, maar boosheid is essentieel om dingen goed af te ronden.
Zij wordt nooit boos. Omdat het niet mag en ze het niet kan. Vroeger mocht het niet van haar ouders en nu niet meer van haarzelf. Ook niet tijdens periodes van Rauw. Als ik haar zeg dat dat de eerste stap gaat worden zie ik de opluchting. Het gaat echt gebeuren. Na ruim 40 jaar. Ik leg uit hoe je ook kunt schreeuwen zonder geluid te maken. Hoe je kunt stampvoeten terwijl je loopt. En ik zeg haar dat ze haar echtgenoot echt even moet waarschuwen. Ze gaat namelijk boos worden. Soms. Niet altijd. En ze gaat haar man vragen haar daarin aan te moedigen. Er moet iets gaan gebeuren. Wanneer zij, door boos te worden, voelt hoe al die opgekropte en vastgezette emoties ook echt uit haar lijf, systeem en hele leven kunnen verdwijnen, dan komt de rest vanzelf. Ze houdt ze nu vast. Als pantser, bescherming.
Emoties. Leuk zolang we blij zijn. Maar een stuk lastiger als het om verdriet, boosheid en angst gaat. Wat kunnen we het toch ingewikkeld maken. Voor anderen, maar zeker ook voor onszelf. En tegelijkertijd; wat kunnen emoties toch heerlijk zijn. Een potje lekker janken kan enorm opluchten, net als even keihard schreeuwen (in een kussen of gewoon lekker voluit).
En de blijdschap, ontspanning, verliefdheid, geluk , enthousiasme, flow? Die voel je vanzelf ook weer als de rest er mag zijn en niet meer weggestopt hoeft te worden. Kies maar. Mag álles er zijn?
Zij heeft het toegelaten. Eruit gegooid. Alles mag er zijn en is er ook. En weet je? Ze verdrinkt helemaal niet in haar tranen. En ze scheldt óók niet zomaar op iedereen die haar even in de weg zit. Het komt gedoseerd, zolang en wanneer zij het zelf wil en omarmt. Het geeft haar meer ruimte dan ze ooit durfde hopen. Ruimte om weer te voelen wat ze wèl wil. Om te Leven. Eindelijk.
❤ Naath